Bernard Palissy – Zijn fictieve (ca. 1950 – ca. 1975) en zijn ware leven (ca. 1510 – ca. 1590), deel 3 – Julie Morriën
Aflevering 3, De Palissy vignetten typen 3 en 4, Philatec 1964
De Palissy vignetten (vervolg)
In het vorige Marianne Bulletin zijn de Palissy vignetten typen 1 en 2 aan de orde geweest. Nu volgen de twee andere typen, type 3 en 4.
Type 3: 36 x 22,5 mm (vanaf 1967)
Type 3 is type 1 in grootformaat, maar omkaderd door twee rechthoeken (YT Pa 47) (36). De proeven met dubbele beeltenis van type 2 voldeden namelijk niet.
Type 4: 17 x 23 mm (1977)
Van type 4 heb ik geen exemplaren kunnen vinden (zie catalogus YT Pa 50 – Pa 52).
Vanwege de slechte afdrukkwaliteit met de eerste proeven van de RGR 1 dat onder type 2 al ter sprake is gekomen, was besloten om nog een pons te laten maken. De graveur was dit keer Jacky Larrivière(1). Deze nieuwe Palissy, bedoeld om de vorige van André Frères te vervangen, heeft het formaat 16,5 x 22,5 mm. Dit formaat (op de drukproef) was uitwisselbaar met de postzegel voor dagelijks gebruik van die tijd, de ‘Marianne de Béquet’ die voor de tekening 17 x 23 mm mat. Het kleine verschil werd verklaard door het feit dat de originele drukplaten vlak waren en dat het buigen naar een ronde drukrol de beeltenis enigszins vervormde. Bij het rondzetten wordt de buitendiameter van de plaat opgerekt. De postzegels werden door het drukken iets vergroot, het verschil bedroeg 0,5 mm. Bij gebrek aan geschikte testzegels gingen de tests in februari 1974 door met de 50 centimes ‘Marianne de Béquet’ postzegels.
De aanvullende proeven met fosforescerende strepen dateren, voor zover bekend, van maart 1974. Deze keer zouden de problemen tijdens de tests toenemen. De moeilijkheid om op de RGR-pers te drukken met fosforescerende inkt op de afbeelding van de postzegel, leidde tot een radicale beslissing: het formaat van de beeltenis van de Mariannes moest worden veranderd!
Het nieuwe formaat voor de testvignetten kwam uit op 15 x 21 mm (het geheel van de gedrukte afbeelding is verkleind in een verhouding van ongeveer 10% over de vier marges). Dit smallere formaat van het zegelbeeld was bedoeld om fosforstrepen direct op het papier in de onbedrukte marges van de zegels te plaatsen in plaats van op het zegelbeeld, waardoor ze gemakkelijker door machines konden worden gedetecteerd (gecontroleerd) en ook om de droogproblemen vanwege overdruk (postzegel waarover iets anders is heen gedrukt) op het zegelbeeld weg te nemen.
Afb. 37 Meerdere studenten van de École Estienne in Parijs (sinds 1889) behoren tot de toonaangevende Franse postzegelgraveurs, zoals Pierre Gandon, Albert Decaris, Pierre Béquet, Claude Jumelet, Elsa Catelin, Yves Beaujard, Yves Luquet.

Afb. 38 Studente Sandrine Ramoin ontwierp de postzegel voor het eeuwfeest van de Estienne-school, graveur was Pierre Forget (YT 2563, 1989).
Er werden twee nieuwe testvignetten gemaakt ter vervanging van de Palissy de Larrivière in het niet-bruikbare formaat:
- Een vignet identiek aan de ‘Marianne de Béquet’, maar met een verkleind profiel en zonder opschriften, op een flesgroene achtergrond (zie catalogus YT Ma 1).
- De andere met de beeltenis van Palissy met een secundaire pons, ditmaal een kopie van de André Frères pons type 1 (een secundaire pons bestaat uit het maken van een afdruk op een zacht stalen transportrol waarop de gewenste wijzigingen werden aangebracht). In dit geval werd de beeltenis in de breedte bijgesneden om het gewenste formaat te krijgen, de opschriften werden verwijderd om de juiste hoogte te krijgen en er kwam een kader om het zegelbeeld, allemaal aangebracht door een medewerker van het Atelier des Timbres.
Door de wijziging van het beeld van 17 mm naar 15 mm breed konden de fosforescerende strepen direct op de onbedrukte zijmarges worden gedrukt.
Deze twee vignetten maakten dus als eerste gebruik van het nieuwe principe van een fosforescerende streep aan de rechterkant of twee fosforescerende strepen aan weerszijden om respectievelijk het urgente van het niet-urgente tarief te kunnen onderscheiden. Dit systeem werkte bevredigend.
Met deze tests met nieuwe fosforescerende strepen waren de problemen opgelost, maar niet op tijd voor de tariefwijziging van 16 september 1974. Van de 50 centimes ‘Marianne de Béquet’ gedrukt op de RGR 1 zou uiteindelijk geen enkel vel op de markt worden gebracht. De eerste commerciële druk in vellen van 100 zegels op de RGR 1 pers werd pas geproduceerd op 25 juli 1975 met de rode zegel van het nieuwe tarief 80 centimes ‘Marianne de Béquet’ (YT 1816, een eerdere oplage op drukpers TD 6 dateert van september 1974).
De Marianne gaat in 1977 dus van formaat veranderen van 17 x 23 mm naar 15 x 23 mm en leidde tot de ‘Sabine de Gandon’, de opvolger van de ‘Marianne de Béquet’ (39). Aardig is daarom bijgaande envelop met (eigen?) briefhoofd uit de Allier (Auvergne-Rhône-Alpes) (40). Hierop heeft iemand vier zegels geplakt en deze laten stempelen ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan in juni 1978 van zijn/haar filatelistische vereniging in Vichy (Allier). Hierop heeft iemand vier zegels geplakt en deze laten stempelen ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan in juni 1978 van zijn/haar filatelistische vereniging in Vichy (Allier). Op de envelop zien we twee Palissy vignetten, die in dit artikel al aan de orde zijn gekomen, en de ‘Sabine de Gandon’ van 1 franc uit 1977 (YT 1972). Het zijn weliswaar niet de type 4 Palissy vignetten die tot deze Sabine hebben geleid, maar toch. Die Sabine gold destijds als geldend brieftarief.
Afb. 39 Envelop premier jour Lille 17.12.1977, 80 centimes groen (YT 1970)
en 1 franc rood (YT 1972) ‘Sabine de Gandon’.
Afb. 40 Envelop met drie gestempelde testvignetten
en de 1 franc rood ‘Sabine de Gandon’.
Philatec 1964
Al deze proeven met Palissy vignetten waren dus bestemd voor testdoeleinden en niet voor gebruik in het postverkeer. Maar de laatste technische innovaties van de Posterijen & Telecommunicatie werden wèl getoond op de internationale PHILATEC beurs in het Grand Palais in Parijs (5-21 juni 1964 – 120.000 bezoekers). Naast een expositie met filatelistische collecties, was de tentoonstelling bedoeld om nieuwe technologieën te promoten. Zo stond de volgende tentoonstelling van 1975 geheel in het teken van kunst op postzegels. Men kon in 1964 een TD 3 drukpers in werking zien, er was een redresseuse opgesteld, die een brief in een vastgestelde positie plaatste voor de afstempeling op de postzegel, een installatie die de codering van adressen uitvoerde (in de vorm van lichtgevende balken onderaan de envelop), een sorteerapparaat, er stond een nieuwe confectionneuse die was bedoeld om carnets mee samen te stellen en de kennismaking met fluorescerende postzegels. Voor de demonstraties werd een specifiek B. Palissy vignet gebruikt. De ‘brieven’ waren afgestempeld met een rondstempel «PHILATEC 1964 – SPECIMEN» en met een complete datum. De eerste testen voor postsortering waren al uitgevoerd door het C.N.E.T. (Centre National d’Études des Télécommunications), het nationaal centrum voor telecommunicatiestudies, waarvan een dienst verantwoordelijk was voor studies over postmechanisatie ten behoeve van het Ministerie van Posterijen &Telecommunicatie.
In het Grand Palais was tijdens de expositieperiode een postkantoor ingericht. Naar aanleiding van Philatec 1964 zijn meerdere postzegels uitgegeven. Men kreeg toegang tot de expositie door betaling van 4 francs, waarvoor men postzegel YT 1422 van 1 franc (41) plus een entreebiljet van 3 francs ontving dat bij vertrek weer bij de ingang moest worden ingeleverd (42a/b).
Op de maximumkaart met zegel YT 1403 ziet u het Grand Palais. Het bijzondere van deze kaart is dat in het gestempelde logo het aspect techniek is benadrukt (43). Op zegel YT 1414 is de modernisering van het postwezen in beeld gebracht (44). U ziet onder andere een model van een postkantoor (soort kiosk) met postzegelautomaten, een magneetstriplezer, een bovengrondse transportband voor postzakken en een spiraalvormige sorteerband.
Afb. 41 De evolutie van de communicatie door de tijd heen uit bloc BF 6 met 8 zegels en 8 vignetten (YT 1422).

Afb. 42a/b Voor- en achterkant van entreebiljet Philatec 1964.
Afb. 43 Maximumkaart met het Grand Palais.

Afb. 44 De zegel die betrekking heeft op de posterijen uit Bande 1417A (YT 1414, 11.5.1964).
Dit eerste gedeelte ging over het fictieve leven van Bernard Palissy, in feite nog redelijk recent. We gaan nu zo’n 450 jaar terug in de tijd, naar het leven dat hij echt heeft geleid.
Word vervolgd.
Noten:
- Jacky Larrivière (1946), afgestudeerd aan de École Estienne in Parijs (37 en 38), de Hogere School voor Grafische Kunsten en Industrie, werd in 1972 als diepdrukgraveur aangenomen bij de de drukkerij van de Franse overheid, de ITVF. Zijn doorbraak kwam toen hij de Europese ontwerpwedstrijd won met zijn ontwerp èn gravure van de Europa zegels (YT 2309/2310, 1984). Inmiddels heeft hij ruim 300 postzegels gegraveerd.