Marianne Bulletin 146 – september 2005

Artikelen:

Censuurpost in de Franse Levant 1939 – 1945 – (3) – Machiel van der Velden

De vorige keer vertelde ik, dat de hoofdmoot van de censuurstempels in de Levant bestaat uit ronde “CP-stempels” met een Lotharings Kruis, zo’n 25 verschillende.
Hieronder daarvan nog een voorbeeld, dit maal een Lotharings kruis met aan de zes uiteinden een soort versiering.

Er bestaan echter nog minstens 20 andere stempels.

CM
Vijf stempels hebben de letters CM van Controle militaire, gebruikt voor militaire post. Ze komen betrekkelijk weinig voor en worden buiten het onder getoonde voorbeeld hier verder niet behandeld.

De overige stempels hebben alle met elkaar gemeen, dat ze pas later in de oorlog in gebruik komen (soms vanaf 1943, meestal pas vanaf 1944) en dat ze veel minder frequent gebruikt worden. Het waarom van deze uitgaven is nog steeds niet duidelijk.

PE
Als eerste het zeldzame PE-stempel, waarschijnlijk alleen gebruikt voor drukwerk naar het buitenland. Van de Armeense kerk in Libanon werd bijvoorbeeld een periodiek naar de Armeense gemeenschap in de Verenigde Staten gestuurd. PE zou staan voor Presse étrangère. Zelfs bij de 1000 door Zimmermann onderzochte brieven kwam het stempel maar één maal voor. Op onderstaande brief is het drukwerkstempel (imprimé) nog vaag zichtbaar. Waarom het ene stukje drukwerk wél het PE-stempel krijgt en het andere stukje drukwerk niet, is onbekend. 

CP + nummer
Vervolgens zijn er de halfronde CP-stempels met een nummer, weer in vier verschillende variaties. Zij werden alleen gebruikt in Beyrouth en op een enkele uitzondering na pas vanaf 1944. Gewone ronde CP-stempels werden toen bijna niet meer geplaatst.
Wellicht waren deze stempels versleten. Het is duidelijk dat het stempel uit twee gedeelten bestaat: het strak gesneden bovenstuk en het benedenstuk, waarin met primitieve losse cijfertjes is gewerkt.

Het nummer uit het stempel wordt soms elders op de brief herhaald, zoals op onderstaande brief te zien is (hier nummer 819).

SC en SR
SC is de afkorting van Sécurité Civile (= burgerlijke veiligheid) en SR van Sécurité de Renseignements (= veiligheid van de inlichtingen), dus zo iets als binnenlandse veiligheidsdienst en inlichtingendienst. SC komt vaker voor dan SR.
Vóór 1944 zijn deze stempels steeds gecombineerd met een CP-stempel, vanaf 1944 komen ze ook wel afzonderlijk voor. Op welke brieven deze stempels gebruikt werden is niet duidelijk. Ze staan op gewone post, op luchtpost en op aangetekende brieven, op binnenlandse en buitenlandse post, op geopende en ongeopende brieven.

Waar de tot nu toe besproken stempels steeds een Lotharings kruis hebben, blijven er nog een paar stempels over zonder dat kruis. Ook die hebben weer gemeen dat ze alle pas aan het einde van de oorlog zijn gebruikt en alle vrij zeldzaam zijn.

SC

Non controlé
Tweeregelig, zie afbeelding hiernaast,
of in één regel met of zonder kader.

Uiteraard hebben de brieven met “non controlé” geen sluitstrook.

Cijferstempel
Lijkt op het op pagina 8 getoonde stempel. Daar is het cijfer echter een herhaling van het cijfer onder het halfronde CP-stempel.

Examined
Zo ver bekend werd dit stempel alleen in Aleppo gebruikt en pas na het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog, dus in de maanden juni, juli en augustus 1945.

Tot zo ver de opsomming van de gewone censuurstempels. Bij Zimmermann is de volledige lijst terug te vinden met de exacte maten (grootte cirkel, hoogte en breedte van het kruis enz. enz.) en de vroegste en laatste bekende datum van gebruik. Vanuit mijn eigen verzameling zou ik daar aanvullingen en verbeteringen op kunnen geven, bijvoorbeeld een vroegere datum van gebruik. Dat is hier echter verder niet interessant.
De brieven worden echter opgesierd met nog veel meer stempels.
In de eerste plaats zijn daar de stempels van andere landen. Veel brieven passeerden twee, drie en zelfs vier keer een censuurkantoor. Egypte is bijvoorbeeld heel scheutig met stempelen (zie bijv. pagina 8 en 10). Er zijn ook Engelse, Amerikaanse, Duitse en Iraanse stempels. Verder zette de geadresseerde wel eens een stempel, bijvoorbeeld de datum van ontvangst.
Daarnaast bestaan er echter nog stempels, die duidelijk wel door een censuurkantoor zijn geplaatst, maar het is niet altijd duidelijk of dat in de Levant is gebeurd.
Op onderstaande brief van 24-6-1944 zien we de cijfertjes “26” en “28”. Het is vrijwel zeker, dat hiermee de datum van binnenkomst en  vertrek uit het censuurkantoor zijn aangegeven. Het tweede cijfer staat meestal aan de achterkant van de envelop. Het is grappig, dat men boven de “31” nog even doortelt. Bijvoorbeeld vertrek “34” juli.

Van de overige stempels noem ik er nog twee, die voor mij onduidelijk zijn. Misschien kan één van de leden mij verder helpen. Op een tiental brieven staat het onderstaande merkwaardige “T-stempel” met steeds een ander nummer.

Het betreft steeds brieven van Libanon naar de U.S.A. Het ligt dus voor de hand aan een Amerikaans stempel te denken, maar in de literatuur over de Amerikaanse censuur kan ik het ook niet terugvinden.

Vervolgens staat er op twee brieven nog het nevenstaande  “F.V.-stempeltje”: één op een brief van Beyrouth naar Frankrijk, de ander op een brief van Frankrijk naar Beyrouth. Een moment heb ik nog aan de afkorting voor France Vichy gedacht. Dat gaat echter niet op, omdat beide brieven van 1945 zijn. Vichy-Frankrijk bestond toen al niet meer.
Wie weet hier een antwoord op?

Heel mooi is tenslotte nog het nevenstaande, zeldzame driehoekstempel. Het is een stempel van de militaire censuur en werd dus niet op een van de drie normale censuurkantoren geplaatst.

Verder vinden we op die brief nog een Engels censuurstempel, een stempel van de censuur in Damascus en een militatir poststempel.

Wordt vervolgd

Terug naar boven

Een opmerkelijk stempel – Jan Walschots

Via Cees Spoelman ontving ik enige tijd geleden een aantal brieven met stempels van Franse spoorwegstations. Het hierbij afgebeelde zegel en stempel lijken op het eerste gezicht niet zo heel bijzonder, maar naar mijn gevoel klopte er iets niet aan het geheel. Om mijn verwondering te begrijpen moeten wij terug gaan in de spoorweghistorie van Frankrijk.
Zoals de meeste Europese landen heeft ook Frankrijk een historie gehad van meerdere particuliere maatschappijen, die het op een bepaald moment niet meer konden bolwerken en opgingen in een staatsbedrijf.
In het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw waren er in Frankrijk zes grote maatschappijen. In Noord-Frankrijk reden de Chemins de Fer du Nord. Naar het oosten, richting Luxemburg tot Basel, reed de Chemins de Fer de l’Est. De Chemins de Fer de l’Etat reden vanuit Paris st Lazare naar Normandië en vanuit Montparnasse naar Bretagne. De Chemins de Fer d’Orléans , vertrekkend van Quay d’Orsay en Austerlitz, reden richting Toulouse en Bordeaux. De lijn van Bordeaux naar Toulouse en Narbonne en de lijnen zuidelijk daarvan hoorden toe aan de Chemins de Fer du Midi. Vanuit het station Paris P.L.M. vertrokken de treinen naar het zuid-oosten en richting de Alpen van de Chemins de Fer Paris-Lyon-Méditerranée.

De afkorting PLM wordt ook vaak gebruikt voor de verbinding Paris-Lyon-Marseille, maar de M in de naam van de maatschappij stond voor Méditerranée.
Daarnaast waren er minder bekende regionale maatschappijen zoals de Chemins de Fer du Calvados of de Chemins de Fer de la Corse.
De dertiger jaren van de 20e eeuw waren voor veel spoorwegmaatschappijen, en niet alleen in Frankrijk, een moeilijke tijd. Ook in Frankrijk ontkwam men niet aan een reorganisatie van het spoorvervoer en op 31 augustus 1937 werd een akkoord gesloten tussen de staat en de vijf andere maatschappijen om op te gaan in de Société Nationale des Chemins de Fer Français. De staat krijgt 51% van de aandelen, de vijf particuliere maatschappijen 49%. De SNCF ging vanaf 1 januari 1938 in bedrijf.
Bij deze verandering veranderde ook de naam van het station Paris P.L.M. Dat werd in 1938 Paris Gare de Lyon. Andere stations als het Gare du Nord, Gare de l’Est en Gare d’Austerlitz behielden overigens hun naam. De oude naam Paris P.L.M. was al snel uit de spoorboekjes verdwenen. Figuur (1) en (2) heb ik overgenomen uit Nederlandse spoorboekjes uit 1935 en 1938.

bron: officieele reisgids der Nederlandsche spoorwegen groote uitgave
van 6 october 1935

 bron: officieele reisgids der Nederlandsche spoorwegen voornaamste buitenlandsche verbindingen
van 2 october 1938

Zoals u ziet is de naam Paris P.L.M. onmiddellijk in 1938 uit het spoorboekje verdwenen. Het is dan ook vreemd dat het stempel van het postkantoor Paris gare P.L.M. nog in 1983 werd gebruikt, 45 jaar nadat het station is opgeheven. Ik zou het even vreemd vinden wanneer in Den Haag er een stempel “Den Haag station Staatsspoor” nog gebruikt zou worden in 2018. Dat werd immers in 1973 veranderd in Den Haag Centraal Station. Overigens hebben er al heel vroeg ook stempels bestaan met de naam Paris gare de Lyon (losanges petits chiffres met PGL, en een datumstempel. De figuur laat de twee stempels zien (bron: Yvert specialisé, tome 1) 

Of het stempel Paris gare de P.L.M. nog steeds in gebruik is weet ik niet. Ik heb een aantal afstempelingen Gare P.L.M. maar de meest recente is het afgebeelde stempel van 1983. Op het internet heb ik nog wel een afbeelding gevonden van het stempel met datum 1-10-1984. (http//www.chez.com/memorial) Wel is er nu een postkantoor Paris Gare de Lyon aan 25 Boulevard Diderot.

Terug naar boven

Wie weet het antwoord? – Machiel van der Velden

NHPAI
De vorige keer informeerde Leo Bakker naar de betekenis van bovenstaande afkorting.
Van een aantal kanten kwam het antwoord: N’ habite pas (plus) à l’adresse indiquée = Woont niet (of niet meer) op het aangegeven adres.
Jan Walschots noemde buiten dit goede antwoord ook nog de Engelse afkorting Non-highly patagenic avian infuenza, dit is een soort vogelgriep. Hij acht het echter waarschijnlijker, dat de eerste betekenis bedoeld is.

Frans de Bode vond de naam Joost van Vollenhoven bij bovenstaande zegel van Indochina wel erg Nederlands klinken en hij vroeg zich af hoe dit zit.
Joost van Vollenhoven werd inderdaad in Nederland, in Rotterdam, geboren in 1887. Hij vertrok met zijn ouders, die in de handel zaten, naar Algerije. Daar kreeg hij zijn opvoeding en in 1899 werd hij tot Fransman genaturaliseerd.
De jongeman moet wel erg veel in zijn mars hebben gehad, want vóór zijn 28e levensjaar was hij al gouverneur-generaal geweest van West-Afrika en van Indochina. Vandaar de afbeelding op bovenstaande zegel.
In 1915 gaat hij in de Eerste Wereldoorlog meevechten in Frankrijk. In 1917, de dag voor zijn 31e verjaardag sneuvelt hij. Tijdens de oorlog werd hij meermalen gedecoreerd, zelfs met de hoogste onderscheiding: ridder van het Legioen van Eer.
Volgens zeggen staat er zelfs een monument van hem langs de D2, die van Villers-Cotterêts naar Longpont loopt. Weer iets, dat we moeten bekijken.
In de stamboom van “onze” Pieter, die ook uit Rotterdam komt, zal deze Joost ongetwijfeld voorkomen. Dat mag een ander eens uitzoeken. M. v.d. V.

Terug naar boven

Ouwe koeien (?) – Rob Frieke

In het kader van mijn speurtocht naar gegevens over Parijse postkantoren en de stempels heb ik alle Marianne Bulletins nog eens doorgenomen. Ook lees je dan uiteraard uit pure nieuwsgierigheid nog wel eens wat andere artikeltjes door. Zo stuitte ik in MB 140 van januari 2004 op één van de vele historisch getinte afleveringen geschreven door ene Frank O’Field. Het handelt onder meer over Yvert 1286 met afbeelding van Jean Nicot. Het ironische wil dat dit portret helemaal niet van die “nicotine-meneer” is maar van een Hollandse koopman. Hier was destijds veel over te doen. Ik mag de belangstellende lezer graag verwijzen naar het schitterende verslag/artikel van de hand van ons erelid wijlen Doris de Vries: “Waarom de Franse PTT een blunder niet wil erkennen! …”, in het Maandblad voor Philatelie van november 1979, blz.818.

Terug naar boven

Uit de tijdschriften – Hans Gabriëls

De zomerperiode is lang, maar de Franse tijdschriften blijven verschijnen met veel en vaak interessante artikelen en nieuwtjes. Hierbij een gevarieerde selectie.

Op verzoek wil ik graag voor geïnteresseerde lezers fotokopieën maken.In de Echo van maart en de drie volgende nummers staat een zeer uitvoerige en gedetailleerde studie van de Olympiadezegels van 1924.

Lotharingen heeft ook postaal gezien een bewogen geschiedenis. Tot twee keer toe, in 1871 en in 1940 werd het door Duitsland geannexeerd en dat heeft vele postale sporen nagelaten. Het aprilnummer van de Echo heeft daar een mooi geïllustreerd artikel over.
Het voorstel van La Poste om alle postzegels van voor de invoering van de Euro ongeldig te verklaren heeft in de filatelistische wereld tot grote opwinding geleid. Behalve de zegels uit de Pétainperiode zijn de Franse postzegels op een enkele uitzondering na altijd geldig gebleven. De post heeft het ook niet makkelijk met de verschillende veranderingen van de frank: eerst de Nouveau franc’ en vervolgens de Euro. Maar de “eeuwige” geldigheid zorgde voor een vaste bodem in de waarde van de voorraden ongebruikte zegels bij verzamelaars en de handel. De Echo van juli gaat er uitvoerig op in.
Les Feuilles Marcophiles als een extra bij het aprilnummer een eveneens uitvoerige catalogus van de P.P. Imprimés en Journeaux-stempels en die allemaal ook van een waardenotering voorzien. Een prachtig stukje werk waar veel verzamelaars plezier aan kunnen beleven. 

In de maart- en aprilnummers van Timbres verhaalt het blad over de periode na de eerste wereldoorlog toen Frankrijk een tijdlang in verband met een volksstemming de baas was in de van voorsprong Duitse stad Memel. Met een Franse commandant die niet gespeend was van filatelistische interesse heeft dat geresulteerd in niet minder dan 126 Duitse en Franse postzegels met opdruk Memel, met zelfs een luchtpostverbinding tussen Memel en Danzig waarvoor natuurlijk ook luchtpostzegels nodig waren. Uitvoerig wordt vermeld dat de diverse opdrukken ook talrijke variaties kennen.

Het aprilnummer van dit blad heeft een groot artikel over de ontwaarding. Het blad wijst er op dat de moderne stempelmachines de oudere emissies niet aan kunnen omdat de fosforbalken ontbreken.
Ook in dit nummer een geschiedenis van de eerste periode van Madagascar als postzegelland. Het juninummer verhaalt wat er allemaal mis kan gaan met de productie van een heel gewoon zegeltje, te weten de 20 c. Liberté groen, dat tussen 1982 en 1990 27 drukken heeft beleefd. In het juni- en juli-augustusnummer staat verder een soort catalogus van alle PORT PAYE stempels die in de 18e eeuw voorkomen. Voor wie in brieven uit deze periode geïnteresseerd is een idee om er een kopie van te maken.

Terug naar boven

Bequet rolzegels: tanden tellen – Hans Gabriëls

De tweezijdig getande roulette-zegels van het type Bequet dateren van 1976 maar de gewone catalogi hebben nooit aandacht geschonken aan het feit dat de zegel van 1 frank rood (Yvert 1895) bestaat in twee verschillende tandingen.
Het Februarinummer van de Echo heeft nu een klein artikel waarin daarop wordt gewezen. Het eerste type telt -net als de andere rolzegels van deze serie twaalf tanden. Het tweede type echter twaalf plus in de linker en rechter hoek een halve tand, dus samen 13. Deze tanding is vervolgens ook gebruikt voor de rolzegels van de Sabine-zegels die na 1977 in omloop werden gebracht. Waarom de drukkerij van Périgueux deze wijziging in de tanding heeft aangebracht heeft de redactie niet kunnen achterhalen.
Helemaal onopgemerkt is de tweede versie in de tanding van de 1 frank Béquet echter niet. De Cérès-Variétés Catalogus van 1994 vermeldt haar wel onder nummer 1882 A2. 

Terug naar boven

Nog een interessante brief – Leo Bakker

Voor Marianne 145 stuurde Leo Bakker twee brieven, waarvan we nu de tweede afdrukken.

Het betreft een aangetekende brief, verzonden vanuit Territoire d’Inini (?) naar Parimaribo, Suriname.
Er is gebruik gemaakt van frankeerzegels uitgegeven in de Franse koloniën, die zich bij de beweging der vrije Fransen van Generaal de Gaulle in de jaren 1941/43 hadden aangesloten.
Aanvankelijk was het voor mij een raadsel waar de plaats van verzending St.Elie lag. Het blijkt in een van de districten in de binnenlanden van Frans Guyana te liggen. Een stempel aan de achterkant van de brief maakt dat duidelijk.
Opmerkelijk tenslotte het poststempel aan de voorzijde waarin is toegevoegd france libre. De tijd, die nodig was om op de plaats van bestemming te komen was ruim zes weken getuige het aankomststempel van Parimaribo, nl. 2.5.1944.
Postfris ziet men deze zegels nog wel eens, maar als frankering op echt gelopen brief vond ik ze heel bijzonder.

Terug naar boven

Vaguemestre komt uit het Hollands – Hans Gabriëls

Op heel veel Franse militaire post komt het stempel Vaguemestre voor. Dat is tegenwoordig de (onder)officier die verantwoordelijk is voor de postverzorging bij het leger, de marine en tegenwoordig ook de luchtmacht.
De functie van Vaguemestre bestaat al sinds de 17e eeuw. Hij was toen verantwoordelijk voor het transport van de legertros. In de loop van die eeuw kwam daar ook de zorg voor de post bij.
In The Journal of the France Colonies Philatelic Society van juni 2005 heeft Roy Reader een artikeltje over deze functionaris geschreven. Hij schrijft dat de term Vaguemestre ontleend is aan het Hollandse woord “wagenmeester”, die in het Staatse leger verantwoordelijk was voor het transport van de legertros.
In de 18e eeuw werd ook wel de term “facteur” gebruikt voor de onderofficier die belast was met de postdienst. In 1818 werd bij decreet (later nog eens aangevuld) vastgesteld dat de Vaguemestre voortaan nog uitsluitend de verbindingsman tussen de civiele postdienst en de militaire eenheden was.
De term wagenmeester wordt in Nederland alleen nog gebruikt voor iemand bij de spoorwegen die toezicht houdt op de belading van vrachttreinen en op koppelingen en remmen.

Terug naar boven

Frankrijk getand – 13 – Frank O’Field

De vorige keer eindigde ik met het advies eens in Varennes langs te gaan. Ik heb zelf dat advies deze zomer opgevolgd en ontdekte toen nog, dat de plaatselijke kroeg de illustere naam draagt van “Hotel du Grand Monarque”. En dat alleen omdat Lodewijk XVI daar eens, tijdens het drinken van een glaasje pastis gevangen werd genomen. Overigens was er van een echte gevangenschap geen eens sprake. Hij werd gewoon teruggebracht naar zijn paleis, de Tuilerieën en daar moest hij eens leren te doen wat het volk wilde. Helaas was hij hardleers, want een jaar later sprak hij zijn veto uit over de nieuwe grondwet. Nu was de maat echt vol en op 21 september 1792 werd hij officieel afgezet, in de gevangenis geworpen en korte tijd later naar de guillotine gezonden.
In de tussentijd ging ook het buitenland zich met de Franse situatie bemoeien. Oostenrijk en Pruisen wilden wat graag misbruik maken van het verzwakte Frankrijk. Bovendien was de koningin, Marie Antoinette van oorsprong Oostenrijkse.
Op 20 september 1792 kwam het bij Valmy tot een treffen tussen het goed georganiseerde Oostenrijkse beroepsleger en de slecht gevoede en slecht uitgeruste Franse troepen. Toch wisten de Fransen de overwinning te behalen en sindsdien heeft de naam Valmy symboolwaarde. Zoiets als bij ons “Bij Alkmaar begint de victorie”. In de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld kregen zegels van Cameroun de opdruk “Valmy”. Ook toen, in 1942, ging een betrekkelijk kleine groep Fransen op weg om de strijd aan te binden tegen het oppermachtige Duitsland.

Bij Valmy, een dorpje in de buurt van St. Menehould, moet u ook eens langs gaan. Midden op een verlaten vlakte staat daar een monsterlijk groot beeld van generaal Kellermann, de held van Valmy. 

De gewone soldaten zullen ongetwijfeld tijdens de slag opgezweept zijn door het kort daarvoor geïntroduceerde lied van Claude Rouget de Lisle, de Marseillaise. (o.a. Yv. 314 en 315)

Het is typerend voor de Fransen, dat ze dit koppensnellerslied gekozen hebben als volkslied. Na het bekende “Allons enfants de la patrie” volgt immers nog “Nu ten strijde, burgers ten strijde. Sluit uw rijen. Wij marcheren. Moge hun onrein bloed, de drank van onze akkers zijn.”
Terwijl ik dit schrijf, op de camping van Tarascon, probeert een lief, klein meisje op de blokfluit de Marseillaise te spelen. Wat klinkt het dan onschuldig.
Terug naar de revolutie. Bij het begin waren al verscheidene mensen geëxecuteerd, maar vanaf september 1792 barst het geweld in alle hevigheid los: de zogenaamde septembermoorden. (Waar hebben we dat woord toch meer gehoord?). Honderden Fransen, vooral edellieden en geestelijken komen onder de guillotine. Mijn visie op deze gebeurtenissen is sterk gekleurd door de avonturen van de Rode Pimpernel. Velen van u zullen op school zijn verhaal gelezen hebben, maar slechts weinigen van u weten misschien, dat er wel vijftien boeken geschreven zijn over deze dappere Engelse edelman, die met de prachtigste vermommingen vele tientallen mensen van de guillotine weet te redden. Geweldig spannend, maar historisch niet voor de volle honderd procent betrouwbaar. In een van de laatste boeken (De Rode Pimpernel faalt niet) redt hij zelfs de jonge troonopvolger, het zoontje van Lodewijk XVI uit de gevangenis. Het is grappig, dat er nooit zekerheid is gekomen over het feit of dit jongetje (Lodewijk XVII) inderdaad is gered. Velen hebben zich later voor de dauphin uitgegeven. De bekendste daarvan is de in 1845 in Delft overleden Karl Wilhelm Naundorff.
Voor ons is het natuurlijk het belangrijkst wie het ondanks of dankzij de guillotine tot een afbeelding op een postzegel hebben gebracht. Maar dat komt de volgende keer.

Terug naar boven

Het hoe en waarom van moderne Franse postzegels – Cees van Rantwijk

MERCI
Op de zegels worden respectievelijk de teksten “ceci est une invitation” en “un grand merci” afgebeeld.

De tekstzegels zijn op 2 maart 2005 uitgegeven als semi-permanente frankeerzegel.
Ontwerp: Benjamin Vautier. Gravure: Bonne Impression. Drukvorm: héliogravure.

PORTRAITS DE RÉGIONS: LA FRANCE À VIVRE
Op de tien zegels van de vijfde emissie vervolgt La Poste haar missie om aandacht voor de typische Franse culinaire en culturele aangelegenheden te vragen: watersteekspel: les joutes nautiques (Hérault), standbeeld: le p’tit quinquin (Nord), comtoiseklok: l’horlogerie comtoise (Doubs), kaas: le cantal (Cantal), pastei: les rillettes (Sarthe), accordeonist: les guinguettes (Val de Marne), zuurkoolschotel: la choucroute (Bas-Rhin), vissoep: le bouillabaise (Bouches-du-Rhône), balspel: le pelote basque (Pyrénées-Atlantiques), suikerriet: la canne à sucre (Guadeloupe).

De tien zegels zijn uitsluitend in de vorm van een bloc op 21 maart 2005 uit-gegeven in het thema “erfgoed en tradities van Frankrijk”. Ontwerp en gravure : Pierre Albuisson (les joutes nautiques, le cantal, les guingettes, la choucroute), Elsa Catelin (le p’tit Quinquin), G.A.O. (l’horlogerie comtoise, la pelote basque), Claude Jumelet (les rillettes, la bouillabaisse), Jacky Larrivière (la canne à sucre).
Drukvorm: héliogravure.

AIX-EN-PROVENCE
Op de zegel wordt de Fontaine de la Rotonde afgebeeld. Aix-en-Provence (Bouches-du-Rhône) is een stad van kunst en cultuur. Cézanne werd hier geboren en Zola heeft hier gewerkt en gewoond. Het karakter van Aix-en-Provence wordt bepaald door de Cours Mirabeau. Deze fraaie, door platanen omzoomde avenue werd aangelegd in de 17de eeuw. Aan het westelijke einde van de avenue op het Place du Général de Gaulle staat de Fontaine de la Rotonde, een gietijzeren fontein met vier dolfijnen van beeldhouwer Jean-Claude Rambot uit 1860.
De zegel is op 4 april 2005 uitgegeven in het thema “toerisme”.
Ontwerp en gravure: Claude Andréotto. Drukvorm: taille-douce.

ALBERT EINSTEIN
Op de zegel wordt een portret van Albert Einstein met de tekst Albert Einstein 1879 – 1955 en de formule E=MC2 afgebeeld.
Albert Einstein werd op 14 maart 1879 geboren in Ulm. Hij is vooral bekend geworden door het opstellen van de relativiteitstheorie.
Zijn theorie voorspelde onder andere dat het licht van de sterren door de zwaartekracht zou worden afgebogen. Einstein is intelligent maar vooral buitengewoon nieuwsgierig en vindingrijk. Het baanbrekende werk dat hij heeft verricht is meer te danken aan die nieuwsgierigheid en die vindingrijkheid dan aan zijn natuurkundig inzicht. Op 18 april 1955 stierf Albert Einstein in Princeton (Amerika).
De zegel is op 18 april 2005 uitgegeven ter herdenking van de vijftigste sterfdag van Albert Einstein.
Ontwerp en gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.

ALEXIS DE TOCQUEVILLE
Op de zegel wordt een portret van Alexis de Tocqueville afgebeeld.
De Franse filosoof Alexis de Tocqueville werd op 29 juli 1805 in Parijs geboren. Hij was zeer geïnteresseerd in de Amerikaanse politiek als geboorteplek van de moderniteit. Hij bracht minder dan een jaar door in Amerika, maar dat korte verblijf vormde de basis voor zijn meest bekende werk “La Démocratie en Amérique”. Het is een van de eerste en meest diepgaande studies van het leven in Amerika. Het is een bespreking van de wetgevende en administratieve systemen van de Verenigde Staten en van de invloed van sociale en politieke instituties op de gewoonten en zeden van de bevolking. Het werk is een beschrijving van de essentie van de moderne liberale democratie. Alexis de Tocqueville overleed op 16 april 1859 in Cannes.
De zegel is op 25 april 2005 uitgegeven ter herdenking van de honderdste geboortedag van Alexis de Tocqueville.
Ontwerp en gravure: Yves Beaujard. Drukvorm: taille-douce.

NATUUR
Op de zegels worden een viertal orchideeën afgebeeld: orchidee Aphrodite, orchidee Mabel Sanders, orchidee Sabot de Vénus en de orchidee Papillon.

De Aphrodite onderscheidt zich van de andere soorten orchideeën door haar stervormige bloemen. De orchidee bloeit meerdere keren per jaar, vooral in de lente. De bloemen komen voor in allerlei kleuren behalve blauw.
De Mabel Sanders is waarschijnlijk de bekendste en meest verspreide soort. Oorspronkelijk komt zij uit Zuid-Azië en de Filippijnen. De bloemen hebben geen geur. De kleuren variëren van groen en wit tot bruin, rood en roze.
De Sabot de Vénus komt oorspronkelijk uit de Jura, maar komt ook in Canada en de Verenigde Staten voor. In Frankrijk is het een beschermde bloemsoort. Deze soort bloeit van het voorjaar tot in de zomer. De kleuren zijn geel, purper en bruin.
e Papillon komt oorspronkelijk uit Centraal Amerika. De kleur is meestal geel tot oranje, soms met fragmenten bruin, wit, roze of rood.
De zegels zijn op 25 april 2005 uitgegeven in het thema “natuur”. De zegels zijn ook uitgegeven in de vorm van een speciaal bloc. Het bijzondere van het bloc is dat het ruikt zoals de orchideeën ruiken.
Ontwerp en gravure: Gilles Bosquet. Drukvorm: héliogravure.

LIBÉRATION DES CAMPS
Op de zegel wordt de bevrijding uit een concentratiekamp afgebeeld: twee soldaten, een Amerikaan en een Rus ondersteunen een uitgemergelde, spookachtige gevangene.
Bij de val van het Derde Rijk in 1945 werden de concentratiekampen bevrijd. Pas toen kwamen de verschrikkingen uit de kampen in alle hevigheid aan het licht. Vijftig jaar na dato herinnert Frankrijk zich nog altijd de slachtoffers en de helden van de Tweede Wereldoorlog. In Parijs is ter herinnering aan de structurele deportatie van de Joden een monument opgericht “Mémorial du Martyr Juif Inconnu”. De eeuwige vlam die in de crypte van dit monument brandt is een gedenkteken voor de onbekende Joodse martelaar van de Holocaust.
De zegel is op 25 april 2005 uitgegeven ter ere van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Voor Plantu biedt de zegel de gelegenheid zijn dank te betonen aan de Russische en de Amerikaanse bevrijders.
Ontwerp en gravure: Plantu. Drukvorm: héliogravure.

RÉPUBLIQUE TCHÈQUE – FRANCE AUSTERLITZ
Op de zegel wordt Napoleon en het monument op de Place Vendôme in Parijs afgebeeld.
Op 1 december 1805 vindt de beslissende slag plaats bij het dorpje Austerlitz.
Tegenwoordig ligt dit dorp in Tsjechië / Slowakije. Hieraan is voorafgegaan de overgave van Oostenrijk aangevoerd door Frans I op 16 oktober en de opgave van Rusland aangevoerd door Tsaar Alexander. In Parijs is men blij en er wordt besloten de kanonnen van de vijand om te smelten en hiervan een zuil ter ere van de Keizer op te richten op de Place Vendome. De zegel is op 6 mei 2005 uitgegeven als een gezamenlijke uitgifte van Tsjechië en Frankrijk.
Op 2 december 2005 wordt herdacht dat het tweehonderd jaar geleden is dat de Slag bij Austerlitz plaats vond.
Ontwerp: Karel Zeman. Gravure: Claude Jumelet. Drukvorm: taille-douce / offset.

GOLFE DU MORBIHANOp de zegel wordt de Golfe du Morbihan afgebeeld met onder de paperclip een tekening van een zeilboot.
De Golfe du Morbihan is een kleine binnenzee in Zuid Bretagne met een groot aantal eilandjes. De Golfe du Morbihan is een paradijs voor zeilers en andere watersporters. De bekendste eilandjes zijn Belle-Ile-en-Mer en Ile de Groix. Het interessantste megalitische monument van Bretagne is de Cairn de Gavrinis. Het monument is zes meter hoog en heeft een doorsnee van vijftig meter. Het bestaat uit stenen, opgestapeld op een kleine heuvel afgedekt door een grote granieten plaat.
De zegel is op 6 mei 2005 uitgegeven in het thema “toerisme”.
Ontwerp: Michel Bez. Gravure: ABAKA. Drukvorm: héliogravure.

EUROPA: LA GASTRONOMIE
Op de zegel wordt een kok bij een gedekte tafel afgebeeld.
De Europese filatelie spreekt haar waardering uit voor de gastronomie door middel van een postzegel. Ten tijde van Louis XIV ontwikkelde de Franse keuken zich aan het hof. Na de Franse Revolutie kan er ook in de Franse Restaurants prima worden gegeten. Sinds enige tijd wordt de nouvelle cuisine niet alleen in Frankrijk maar ook ver daarbuiten gewaardeerd.
De zegel is op 9 mei 2005 uitgegeven als Europazegel. Ontwerp: Christian Broutin.
Gravure: Grafy. Drukvorm: héliogravure.

NANCY

Op de zegel wordt het Place Stanislas afgebeeld met op de tab de tekst van het congres.
Nancy (Meurthe-et-Moselle) ontwikkelde zich sinds de 12de eeuw rondom de burcht van de hertogen van Lotharingen. De Place Stanislas werd vanaf 1752 gebouwd onder leiding van Emmanuel Héré. Het plein heeft de vorm van een rechthoek met afgestompte hoeken. Het wordt omzoomd door vijf paviljoens en twee monumentale arcadegalerijen. Op zes plaatsen wordt het plein afgesloten door sierlijke, verguld smeedijzeren hekken van Jean Lamour. In 2005 wordt het plein gerenoveerd.
De zegel is op 9 mei 2005 uitgegeven ter gelegenheid van het 78ste” congres van de FFAP.
Ontwerp en gravure: Pierre Albuisson. Drukvorm: taille-douce.

Anniversaire
Op de zegel wordt het Place Stanislas afgebeeld met op de tab de tekst van het congres.
Nancy (Meurthe-et-Moselle) ontwikkelde zich sinds de 12de eeuw rondom de burcht van de hertogen van Lotharingen. De Place Stanislas werd vanaf 1752 gebouwd onder leiding van Emmanuel Héré. Het plein heeft de vorm van een rechthoek met afgestompte hoeken. Het wordt omzoomd door vijf paviljoens en twee monumentale arcadegalerijen. Op zes plaatsen wordt het plein afgesloten door sierlijke, verguld smeedijzeren hekken van Jean Lamour. In 2005 wordt het plein gerenoveerd.
De zegel is op 9 mei 2005 uitgegeven ter gelegenheid van het 78ste” congres van de FFAP.
Ontwerp en gravure: Pierre Albuisson. Drukvorm: taille-douce.

JARDINS DE LA FONTAINE – NÎMES
Op de zegels worden twee beeldengroepen van de tempel van Diana afgebeeld.
Na de Parijse tuinen is nu Nîmes aan de beurt. In het belangrijkste park van Nîmes (Gard) – Jardin de la Fontaine -: zijn de bron van Nemausus en de tempel van Diana te vinden. Boven op de heuvel (Mont Cavalier), waartegen een tuin is aangelegd, staat de Tour Magne. Aan de voet van een bastion (Le Fort) zijn resten gevonden van een Romeinse watertoren, die gevoed werd door de Pont du Gard. De tuin is in 1745 ontworpen door Jacques-Philippe Mareschal. De beelden werden in 1750 ontworpen door Pierre-Hubert Larchevêque.
De zegels zijn op 17 mei 2005 in de vorm van een bloc uitgegeven.
Ontwerp: Christian Broutin. Gravure: Valérie Besser. Drukvorm: héliogravure.

Terug naar boven

Tarieven

  • 0,48 € – écopli; tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
  • 0,53 € – brief tot 20 gram in het binnenland en naar DOM-TOM
  • 0,55 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone A (Europese Unie en Zwitserland)
  • 0,75 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone B (landen buiten de Europese Unie en Afrika). 0,90 € – brief tot 20 gram naar landen behorend tot Zone C
  • 0,64 € – écopli van 20 tot 50 gram in het binnenland
  • 0,82 € brief van 20 tot 50 gram in het binnenland
  • 1,00 € brief tot 40 gram naar landen behorend tot Zone A
  • 1,22 € brief van 50 tot 100 gram in het binnenland
  • 1,98 € brief van 100 tot 250 gram in het binnenland
  • 5,00 € brief (courrier international économique) van 500 tot 750 gram naar landen behorend tot zone A.

De te onderscheiden zones zijn:

  • France métropolitaine (incl. Monaco en Andorra)
  • DOM = départements d’Outre Mer (Guadeloupe, Martinique, Guyane, Réunion)
  • TOM = Territoires d’Outre Mer (St Pierre et Miquelon, Mayotte, Nouvelle Calédonie, Wallis et Futuna, Polynésie, TAAF)
  • Zone A = Europese Unie + Zwitserland + San Marino + Vatikaan + Liechtenstein + Madeira
  • Zone B = Rest van Europa + Afrika Zone
  • C = Azië, Amerika, Oceanië

Terug naar boven